Bij de neuroloog

Als je huisarts of de spoedeisende hulp denkt dat je epilepsie hebt, verwijst hij of zij je door naar een neuroloog. Er zijn veel verschillende soorten aanvallen. Voor de juiste diagnose is een precieze beschrijving dan ook heel belangrijk. Je arts heeft de plicht om je in begrijpelijke taal te informeren over je ziekte, over de gekozen behandeling of over andere mogelijkheden van behandeling.

Informatie geven en een filmpje

Je neuroloog wil vooral weten hoe de aanval eruit zag. Vaak weet je dat zelf niet, omdat tijdens de aanval je bewustzijn verlaagd was. Neem dus gerust iemand mee uit je omgeving die de aanval heeft gezien. Ook een filmpje van je aanval geeft de neuroloog veel informatie. De kans dat je tijdens de afspraak een aanval krijgt en de neuroloog de aanval dus ‘in het echt’ ziet, is tenslotte maar klein.

Dit wil je neuroloog weten:

  • Voelde je de aanval aankomen?
  • Hoe begint de aanval?
  • Hoe ziet de aanval eruit?
  • Stonden je ogen naar een bepaalde kant? Zijn er bewegingen aan beide kanten, of aan één kant?
  • Hoe lang duurde de aanval?
  • Was er urineverlies?
  • Ging de aanval vanzelf over?
  • Heb je nog ergens last van na de aanval?
  • Hoe vaak heb je een aanval gehad? Dit kun je bijhouden in een aanvalskalender.

Is de neuroloog nog niet zeker van de diagnose? Dan zal hij of zij een aantal onderzoeken voorstellen.

Lees meer over onderzoeken.

 

Zet je vragen op papier

Het gebeurt iedereen: je zit bij een arts en vergeet een aantal belangrijke zaken te vragen of te vertellen. Daarom is het handig om thuis alles op papier te zetten. Ook kan het nuttig zijn om een familielid of partner mee te nemen. Wees niet bang om vragen te stellen, je hebt recht op duidelijke informatie. In de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst staan wettelijke richtlijnen voor de behandelrelatie tussen patiënt en arts. Op ‘Begineengoedgesprek’ vind je veel tips die je helpen het gesprek met je arts voor te bereiden en te voeren.

 

Diagnose epilepsie, en dan?

Het gebeurt geregeld dat onderzoek niets oplevert en dat alleen aan de hand van de ziektegeschiedenis en aanvalsbeschrijving de diagnose epilepsie wordt gesteld.

Is de diagnose gesteld? Dan is het belangrijk om met je neuroloog het volgende te bespreken:

  • Om welke vorm van epilepsie gaat het?
  • Adviseert je neuroloog te starten met medicijnen tegen aanvallen (anti-epileptica)? Zo ja, met welke?
  • Welke bijwerkingen zijn er bij deze medicatie? Zijn er zaken waar je op moet letten?
  • Wat kun je zelf of je omgeving doen tijdens en na een aanval?
  • Hoelang mag de aanval duren zonder dat medische hulp nodig is?
  • Moet de aanval worden gestopt? Zo ja, hoe en met welke medicatie?
  • Zijn er activiteiten die je (voorlopig) beter niet kunt doen omdat ze gevaarlijk zijn?