Over epilepsie

Geheugen en geheugenklachten

Zo’n 20 tot 40 % van de mensen met epilepsie heeft geheugenklachten. Ze vinden dat hun geheugen achteruitgaat of minder goed werkt.

Of dat zo is, moet dan verder onderzocht worden. Bij epilepsie kan het geheugen minder goed gaan werken door aanvallen, een hersenbeschadiging of bijwerkingen van medicijnen tegen epilepsie (anti-epileptica). Ook depressie en angst helpen niet mee.

Bekijk ons webinar over geheugen en geheugenklachten.

Geheugenklachten vlak voor of na een aanval

Het geheugen kan voor of na een aanval tijdelijk verstoord zijn. Je kunt dan soms informatie kwijt zijn. Stel je hebt net iets gelezen en krijgt een epileptische aanval. Dan sla je die informatie niet goed op. Je geheugen is dus niet verstoord, maar de informatie is er niet of niet goed ingekomen. Meestal herstellen je hersenen daarna weer.

Geheugenklachten door aanvallen

Het geheugen kan ook op langere termijn achteruitgaan. Vind je bijvoorbeeld dat je minder onthoudt dan vroeger, of noemt je omgeving je vergeetachtiger? Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging.

Bron van epilepsie als oorzaak

De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd. Dit is een plek in de hersenen iets boven de oren. De temporaalkwab speelt een belangrijke rol bij het opslaan van informatie. Als dit proces verstoord is, wordt het moeilijker om informatie te herinneren. Vooral als de aanvallen ontstaan door een hersenbeschadiging, zoals een hersentumor of hersenbloeding.

Bijwerking van medicijnen

Geheugenstoornissen zijn soms een bijwerking van medicijnen tegen epilepsie. Dan gaat het met name om de oudere middelen als fenobarbital (Luminal) en fenytoïne (Diphantoïne). Ook bij middelen als natriumvalproaat (Depakine) komt dit voor. Bij andere middelen zoals carbamazepine (Tegretol) lijken deze bijwerking veel minder voor te komen. Veel patiënten merken dat ze door de medicijnen iets langzamer worden. Ook dit kan zorgen dat je geheugen iets minder efficiënt werkt.

Heb je geheugenklachten?

Of ervaar jij geheugenproblemen? Bespreek deze dan met je neuroloog. Hij of zij kan meedenken waar ze vandaan komen en kan verwijzen naar een klinisch neuropsycholoog. Dat is een specialist die veel kennis over geheugenstoornissen heeft. Die zal de klachten doornemen en op basis daarvan een neuropsychologisch onderzoek doen. In dit onderzoek wordt getest wat je minder goed kunt onthouden en wat hiervan de oorzaak is. Als dit duidelijk is, kan men kijken naar mogelijkheden voor behandeling.

Behandeling van geheugenstoornissen

Bij een behandeling van een geheugenprobleem leer je anders met je geheugenklachten om te gaan zodat je er minder last van hebt in je dagelijks leven. Ook leren accepteren van de achteruitgang in geheugen of je leren richten op wat je wel kunt, kan bij de behandeling horen.

Tips voor een beter geheugen

We geven je een aantal tips. Kijk bij deze tips naar wat bij jou past en voor jou werkt:

  • Accepteer je geheugenprobleem. Heb je hierbij hulp nodig? Zoek die dan bij een psycholoog.
  • Focus op wat belangrijk is en op wat je echt wilt onthouden.
  • Herhaal wat je wilt onthouden.
  • Maak er een plaatje van: een plaatje onthoud je beter dan tekst.
  • Schrijf het op, maak een lijstje.
  • Gebruik je telefoon voor lijstjes of een medicijnalarm.
  • Laat de ander je helpen.
  • Maak een ezelsbruggetje.
  • Drink niet te veel alcohol: alcohol is slecht voor je slaap en je geheugen.
  • Stop met piekeren en laat het los.

Hulp nodig?

In veel ziekenhuizen werken (klinisch) psychologen die je verder kunnen helpen. Krijg je geen goed antwoord? Vraag dan een doorverwijzing naar een klinisch neuropsycholoog. De epilepsiecentra SEIN en Kempenhaeghe hebben allebei een afdeling (neuro)psychologie.

Meer weten?

Bekijk ons webinar over geheugenklachten bij epilepsie.

Download alle informatie

Klik hier!