Sneller de juiste medicatie vinden

Sneller voor iedere patiënt achterhalen welke medicijnen wel of niet zullen aanslaan

Als kinderen een moeilijk behandelbare vorm van epilepsie hebben, is er vaak sprake van een erfelijke epileptische aandoening. Behandelaars houden bij het selecteren van medicijnen rekening met verschillende factoren zoals het type epileptische aanval en het soort epilepsiesyndroom. Toch blijft het vinden van het juiste medicijn vaak een tijdrovend ‘trial and error’ proces. Dat terwijl het juist belangrijk is om snel een goed medicijn te vinden, omdat actieve epilepsie de ontwikkeling van kinderen kan belemmeren.

Om sneller te achterhalen welk medicijn wel of niet zal aanslaan, kunnen behandelaars medicijnen uitproberen op patiënt-eigen ‘modelsystemen’. Zo’n modelsysteem maken behandelaars uit de cellen die zich in het bloed van de patiënt bevinden. Er bestaan relatief simpele 2D modelsystemen bestaande uit een enkel celtype, maar ook relatief complexe 3D modelsystemen bestaande uit meerdere celtypes. De complexere modelsystemen lijken meer op de hersenen dan de simpelere modelsystemen, maar zijn ingewikkelder, tijdrovender en duurder om te creëren. Prof. Dr. Kasri en team willen achterhalen of je wel echt zo’n complex 3D modelsysteem nodig hebt om medicijnen uit te testen of dat een simpeler modelsysteem volstaat.

Om dit te achterhalen willen de onderzoekers twee vragen beantwoorden:

  1. Welk van beschikbare modelsystemen bootst goed de verschillen in epilepsiesyndromen na?
  2. Welk van de beschikbare modelsystemen reageert op dezelfde manier op medicijnen als patiënten op diezelfde medicijnen reageren?

Als deze twee vragen beantwoord zijn, weten behandelaars welk modelsysteem ze het beste kunnen gebruiken om zo snel mogelijk te achterhalen welk medicijn bij een bepaalde patiënt zal aanslaan. Voor kinderen betekent het snel vinden van het juiste medicijn een betere ontwikkeling.